Contextuele gegevensvalidatie

Channel Builder hanteert standaard een groot aantal validatieregels om te controleren of de gebruikte brongegevens onderling consistent zijn. Het resultaat wordt in shapefiles en in een Excel-document teruggekoppeld naar de gebruiker. Op deze pagina zetten we de validatieregels uiteen voor alle typen kunstwerken, trapeziumprofielen en watergangen.

Channel Builder onderscheidt drie soorten fouten: aandachtspunt (attention), twijfelachtig (doubtful) en kritisch (critical). Voor fouten van de types doubtful en critical kan de gebruiker aangeven of ze automatisch gecorrigeerd moeten worden. LET OP: De automatische correctie helpt om een draaiend model te verkrijgen, maar het resultaat hoeft niet noodzakelijkerwijs correct te zijn of overeen te komen met de werkelijkheid. De modelleur dient zelf te juistheid van de brongegevens te bewaken en mogelijke fouten te (laten) corrigeren.

Voor de foutensoort aandachtspunt worden geen automatische correcties doorgevoerd. Ze dient alleen om aandacht te vestigen op mogelijk onjuiste waarden. Voorbeelden zijn streefwaterstanden en kunstwerkinstellingen op exact 0 m + NAP.

In tabelvorm presenteren we de validatieregels. Voor iedere parameter beschrijven we:

  • Welke controle op de parameterwaarde wordt uitgevoerd
  • Tot welke soort fout het falen behoort (attention, doubtful of critical)
  • Welke vervangingswaarde bij falen wordt toegepast
  • Hoeveel punten aftrek (rapportcijfer) het object bij falen krijgt

De uitkomsten van de validatie worden weggeschreven naar shapefiles (bijv. structuresverdict.shp). In logfile.xlsx worden daarnaast ook de toegepaste foutcorrecties expliciet gemaakt.

Streefpeilen

Streefpeilen verdienen een eigen hoofdstuk binnen het onderwerp gegevensvalidatie. De waarde van veel kunstwerkparameters wordt namelijk gecheckt aan de hand van de omringende streefpeilen. Hier zetten we uiteen hoe de omringende streefpeilen voor een kunstwerk worden bepaald.

Voor sommige kunstwerktypes is het mogelijk om de vigerende streefwaterstand op te geven in een attribuutveld van de brongegevens. Wanneer dit is gedaan, heeft dit streefpeil altijd de voorkeur boven een GIS-analyse in de streefpeilenkaart. Een goed voorbeeld zijn stuwen waarvoor een afwijkend peil wordt gehanteerd dan het vigerende streefpeil van het onderhavige peilgebied.

Wanneer er géén eigen streefpeil is opgegeven voor het betreffende kunstwerk zal Channel Builder zelfstandig zoeken in de onderliggende peilgebiedenkaart naar de omringende streefpeilen. Dit zoeken gaat als volgt:

Werking zoekalgoritme omringende streefpeilen voor een kunstwerk.

  • Met een steeds toenemende zoekstraal tot een (door de gebruiker op te geven) maximum ‘wandelt’ het algoritme weg van het kunstwerk, langs de watergang. Het doet dit zowel in bovenstroomse als benedenstroomse richting.
  • Het programma ‘prikt’ in de onderliggende peilgebiedenkaart en zoekt het indexnummer van het onderliggende peilgebied op.
  • Zodra boven- en benedenstrooms twee verschillende peilgebieden worden gevonden, stopt het algoritme en vraagt het de bovenstroomse en benedenstroomse streefpeilen op uit de kaart.
  • Omdat de takrichting lang niet altijd een goede indicatie is voor wat de boven- en benedenstroomse zijde is, vergelijkt het algoritme nu de streefpeilen aan weerszijden van het kunstwerk en bepaalt de hoogwaterzijde en de laagwaterzijde.
  • Als binnen de maximum zoekstraal geen twee verschillende peilgebieden werden gevonden of er zijn geen streefpeilen beschikbaar, neemt het programma aan dat de takrichting de preferente stromingsrichting vertegenwoordigt.

Stuwen

Parameters die Channel Builder valideert voor stuwen zijn:

  • Minimum kruinhoogte
  • Maximum kruinhoogte
  • Zomerstreefpeil
  • Winterstreefpeil
  • Kruinbreedte (crest width)
  • Totale breedte (total width)
  • Maaiveldhoogte (inundation level)
  • Constructiehoogte (shoulder elevation)
  • Oppervlak achterland (hinterland area)

ParameterCheckNiveauVervangings-
waarde
Aftrek
rapportcijfer
Minimum
kruinhoogte
nodatacriticalIndien PID
controller
Bodemhoogte,
anders streefpeil
– 50 cm
-1
Maximum
kruinhoogte
nodatanvtZomerpeil,
anders bodem-
hoogte +1
-1
ZomerpeilnodatacriticalMaximum
kruinhoogte,
anders bodem-
hoogte+1
-5
Zomerpeil=0 en (
< min.
kruinh of
> max.
kruinh)
criticalMaximum
kruinhoogte,
anders bodem-
hoogte +1
-3
WinterpeilnodatacriticalMinimum
kruinhoogte
-5
Winterpeil=0 en (
> max.
kruinh of
> max.
kruinh)
criticalMaximum
kruinhoogte
-3
Minimum
Kruinhoogte
> laagste
streefpeil
doubtfulIndien PID
controller
bodemhoogte,
anders Laagste
streefpeil
-1
Maximum
Kruinhoogte
< hoogste
streefpeil
doubtfulHoogste
streefpeil
-1
MaaiveldhoogtenodatadoubtfulHoogste
streefpeil + 0.2
-1
Maaiveldhoogte< hoogste
streefpeil
doubtfulHoogste
streefpeil + 0.2
-1
KruinbreedtenodatacriticalTotale breedte.
anders Default
door gebruiker
-3
Kruinbreedte<= 0critialTotale breedte,
anders Default
door gebruiker
-3
Kruinbreedte>= 99doubtfulTotale breedte,
anders default
door gebruiker
-2
Totale breedtenodatacriticalkruinbreedte-1
Totale breedte< kruin-
breedte
criticalkruinbreedte-1
Constructie-
hoogte
nodatadoubtfulMaximum
kruinhoogte
-1
Constructie-
hoogte
< max.
kruin-
hoogte
doubtfulMaximum
kruinhoogte
-1
Oppervlak
achterland
nodatanvtDefault door
gebruiker
-1
Oppervlak
achterland
<= 0doubtfulDefault door
gebruiker
-1

Afvoergemalen

Parameters die Channel Builder valideert voor afvoergemalen zijn:

  • Zomerstreefpeil
  • Winterstreefpeil
  • Aantal pompen
  • Pompcapaciteit(en)

De onderstaande tabel presenteert alle validatieregels die Channel Builder uitvoert voor afvoergemalen.

ParameterCheckNiveauVervangings-
waarde
Aftrek
rapportcijfer
ZomerpeilnodatacriticalWP, anders
bodemhoogte +1
-5
Zomerpeil=0nvtnvt-1
WinterpeilnodatanvtZP, anders
bodemhoogte +1
-5
Winterpeil=0nvtnvt-1
#pompennodatacritical#capaciteiten
anders 1
-3
#pompen=0critical#capaciteiten
anders 1
-3
#pompen>6doubtful6
-1
#pompen<#pomp-
definities
critical=#pomp-
definities***
-3
#capaciteiten=0critical#pompen-3
#capaciteiten=1 én <
#pompen*
critical#pompen-3
#capaciteiten=0criticalDefault** door
gebruiker
-5
#capaciteiten> #pompencritial#pompen***-3
capaciteitensom = 0criticalDefault** door
gebruiker
-5
capaciteitenbevat 0criticalHerverdeling
totaalcapaciteit
-3

* in geval van één capaciteit en meerdere pompen wordt aangenomen dat de opgegeven capaciteit de totaalcapaciteit betreft. Deze wordt dan gedeeld door het aantal pompen om te komen tot de capaciteit per pomp.

** Default totaalcapaciteit wordt berekend op basis van oppervlak achterland (hinterland) x standaardcapaciteit zoals door gebruiker op te geven. Doorgaans 12 mm/d.

*** Wanneer er meer pompdefinities zijn dan #pompen, wordt het aantal pompen aangepast aan de beschikbare pompdefinities.

Aanvoergemalen

De parameters die Channel Builder valideert voor aanvoergemalen zijn:

  • Zomerstreefpeil uitstroomzijde
  • Winterstreefpeil uitstroomzijde
  • Capaciteit
  • Oppervlak achterland (indien capaciteit ontbreekt)
  • Aanslagpeil
  • Afslagpeil
ParameterCheckNiveauVervangings-
waarde
Aftrek
rapportcijfer
Zomerpeilnodatacriticalnvt-5
Winterpeilnodata*doubtfulnvt-2
Zomerpeil =0doubtfulnvt-1
Winterpeil=0doubtfulnvt-1
Capaciteit=0criticalDefault door
gebruiker **
-3
Oppervlak
Achterland
nodatacriticalDefault door
gebruiker ***
-3
Oppervlak
Achterland
=0critical Default door
gebruiker ***
-3
Aanslagpeil
****
nodatanvtzomer-
inlaatpeil – marge
als beschikbaar
0
Aanslagpeil
****
nodatadoubtfulzomer-
uitlaatpeil – marge
als beschikbaar
-2
Aanslagpeil
****
nodatadoubtfulwinterpeil – marge-4
Afslagpeil
****
nodatanvtzomer-
inlaatpeil – marge
als beschikbaar
0
Afslagpeil
****
nodatadoubtfulzomer-
uitlaatpeil – marge
als beschikbaar
-2
Afslagpeil
****
nodatadoubtful
winterpeil
-4

* Een ontbrekend winterstreefpeil wordt minder zwaar gestraft voor aanvoergemalen omdat gedurende de winter doorgaans geen peilgestuurde aanvoer plaatsvindt.

** Default pompcapaciteit wordt bepaald door het oppervlak achterland te vermenigvuldigen met een default in mm/etmaal zoals door de gebruiker gespecificeerd. Het oppervlak achterland kan per kunstwerk worden opgegeven. Bij ontbreken hiervan wordt ook hier teruggevallen op een default die door de gebruiker wordt ingesteld.

*** Het oppervlak achterland wordt uitsluitend gebruikt wanneer géén geldige pompcapaciteit werd opgegeven (dus 0 of nodata). Wanneer het oppervlak achterland op zijn beurt weer 0 of nodata is, wordt een door de gebruiker opgegeven default toegepast.

**** Indien aan- en afslagpeil niet expliciet zijn opgegeven, worden deze berekend op basis van het zomerinlaatpeil + de default aan- en afslagmarges. Indien ook het zomerinlaatpeil ontbreekt, wordt het zomeruitlaatpeil gebruikt, en anders winterstreefpeil.

Duikers

Parameters die Channel Builder valideert voor duikers zijn:

  • Zomerstreefpeil instroomzijde
  • Winterstreefpeil instroomzijde
  • Zomerstreefpeil uitstroomzijde
  • Winterstreefpeil uitstroomzijde
  • Breedte
  • Hoogte
  • Lengte
  • Verhang
  • Verval

De onderstaande tabel presenteert alle validatieregels die Channel Builder uitvoert voor duikers.

ParameterCheckNiveauVervangings-
waarde
Aftrek
rapportcijfer
ZP instroomnodatanvtnvt0
ZP instroom=0attentionnvt-1
WP instroomnodatanvtnvt0
WP instroom=0attention nvt-1
ZP uitstroom nodatanvtnvt0
ZP uitstroom=0attentionnvt-1
WP uitstroomnodatanvtnvt0
WP uitstroom=0attentionnvt-1
Breedte<=0criticalHoogte. Anders
Default door
gebruiker.
-3
Breedte<= 0.25

doubtfulDefault door
gebruiker.
-3
Hoogte<=0
en vorm
= rond
criticalBreedte-1
Hoogte<=0 en
vorm
niet rond
criticalBreedte-3
Hoogte<=0.25doubtfulDefault door
gebruiker.
-2
Hoogte<=0 en
vorm
niet rond
criticalBreedte-3
Lengte<=0
criticalDefault door
gebruiker
-5
BOB instroomnodatacriticalBOB uitstroom.
anders WP-
hoogte*2/3
-3
BOB uitstroomnodatacriticalBOB instroom.
anders WP-
hoogte*2/3
-3
Bodem-
verhang
> 2 cm/mdoubtful2 cm/m*-3
Bodem-
verval
> 50 cmdoubtful50 cm*-3
BOB instroom> WP +
hoogte
doubtful WP-hoogte*2/3-3
BOB uitstroom> WP +
hoogte
doubtful WP-hoogte*2/3-3

* Als het bodemverhang te groot is wordt in eerste instantie de benedenstroomse BOB verhoogd. Echter als de bovenstroomse BOB + hoogte hoger ligt dan het hoogste streefpeil aan instroomzijde, wordt de bovenstroomse BOB verlaagd.

Sifons

Parameters die Channel Builder valideert voor sifons zijn:

  • Diameter
  • Lengte
  • Zomerstreefpeil
  • Winterstreefpeil
  • Bodemverhang
  • Bodemverval
  • BOB instroomzijde
  • BOB uitstroomzijde

De onderstaande tabel presenteert alle validatieregels die Channel Builder uitvoert voor sifons.

ParameterCheckNiveauVervangings-
waarde
Aftrek
rapportcijfer
DiameternodatacriticalDefault door
gebruiker
-5
Diameter<=0criticalDefault door
gebruiker
-5
LengtenodatacriticalDefault door
gebruiker
-5
Lengte<=0critical Default door
gebruiker
-5
ZP instroomnodataattentionnvt-1
ZP instroom=0attentionnvt-1
WP instroomnodataattentionnvt-1
WP instroom=0attentionnvt-1
BOB instroomnodatacriticalBOB uitstroom.
Anders Streefpeil
– 0.2
-5
BOB
uitstroom
nodata

criticalBOB instroom.
Anders streefpeil
-0.2
-5
Bodem-
verhang
> 2 cm/mdoubtful2 cm/m*-3
Bodem-
verval
> 50 cmdoubtful50 cm*-3
Hoogte<=0.25doubtfulDefault door
gebruiker.
-2
Hoogte<=0 en
vorm
niet rond
criticalBreedte-3
Lengte<=0
criticalDefault door
gebruiker
-5
BOB instroomnodatacriticalBOB uitstroom.
anders WP-
hoogte*2/3
-3
BOB uit-
stroom
nodatacriticalBOB instroom.
anders WP-
hoogte*2/3
-3
Bodem-
verhang
> 2 cm/mdoubtful2 cm/m*-3
Bodem-
verval
> 50 cmdoubtful50 cm*-3
BOB instroom> WP –
diameter
critical**WP-diameter-0.2-5
BOB uit-
stroom
> WP +
diameter
critical**WP-diameter-0.2 -5

* Een ongeldig bodemverhang of – verval wordt gecorrigeerd door eerst te kijken naar BOB’s met waarde 0. Deze komen als eerste in aanmerking voor correctie. Ze kunnen correct zijn, maar die kans is klein; zeker in combinatie met een groot verschil met de BOB van de andere zijde. In tweede instantie wordt gekeken of de BOB + diameter onder streefpeil liggen. Zo niet, dan wordt die zijde gecorrigeerd.

** een sifon kan alleen functioneren wanneer hij volledig is ondergedompeld. Vandaar de keuze voor critical en correctie door hem dieper dan zijn eigen diameter onder streefpeil te leggen.

Onderlaten (orifices)

Voor onderlaten voert Channel Builder de gegevensvalidatie uit op de volgende parameters:

  • Drempelhoogte
  • Drempelbreedte
  • Maximale openingshoogte
ParameterCheckNiveauVervangings-
waarde
Aftrek
rapportcijfer
Drempel-
hoogte
nodatacriticalWP -1, anders 0-5
Drempel-
hoogte
=0 en WP
niet
nodata
doubtfulWP-1-1
Drempel-
breedte
nodatacriticalDefault door
gebruiker
-5
Drempel-
breedte
=0critical Default door
gebruiker
-5
Drempel-
breedte
<0critical Default door
gebruiker
-5
Max openings
hoogte
nodatacriticalDefault door
gebruiker
-2
Max openings
hoogte
=0doubtfulDefault door
gebruiker
-1
Max openings
hoogte
<0criticalDefault door
gebruiker
-3

Landhoofdbruggen (abutment bridge)

Voor landhoofdbruggen valideert Channel Builder de volgende parameters:

  • Zomerstreefpeil
  • Winterstreefpeil
  • Lengte
  • Breedte
  • Bodemhoogte
  • Hoogte brugdek
ParameterCheckNiveauVervangings-
waarde
Aftrek
rapportcijfer
Zomerpeilnodataattentionnvt-1
Zomerpeil=0attentionnvt-1
Winterpeilnodataattentionnvt-1
Winterpeil=0attention nvt-1
Lengtenodatacritical Default door
gebruiker
-5
Lengte<=0criticalDefault door
gebruiker
-5
BreedtenodatacritialDefault door
gebruiker
-5
Breedte<=0criticalDefault door
gebruiker
-5
Bodem-
hoogte
nodatacriticalOphalen uit
tak*. Anders
streefpeil – d
-5
Bodem-
hoogte
=0doubtfulOphalen uit
tak*. Anders
streefpeil – d
-2
BrugdeknodatacriticalWP + default
anders Bodem
+ defaulthgt +
defaultdiepte
-3
Brugdek=0doubtfulDefault door
gebruiker
WP + default
anders Bodem
+ defaulthgt +
defaultdiepte
-2
Bodem-
hoogte
>streef
peil
doubtfulWP – Default
diepte door
gebruiker
-3
Brugdek<streef
peil
doubtfulZP + Default
hoogte door
gebruiker
-5
Bodem-
hoogte
=0 en >=
Brugdek
critialZP – Default
diepte door
gebruiker.
Anders Brugdek
– default hoogte
– default diepte
-3
Brugdek=0 en <=
Bodem
criticalZP + Default
hoogte door
gebruiker. Anders
Bodem + Default
diepte + Default
hoogte
-3
Bodem>=brug-
dek
criticalHaal uit tak*.
Anders WP-
Default diepte
-3
Brugdek>=bodemcriticalZP + default hoogte
anders bodem +
default diepte +
default hoogte
-3

* Bij ontbreken van een bodemhoogte vraagt Channel Builder de bodemhoogte op uit de tak zelf, dus leidt deze af uit de aanwezige dwarsprofielen. Slaagt dit niet, dan valt het programma terug op streefpeil – een door de gebruiker op te geven standaarddiepte.

Sluizen

Voor sluizen bestaat in SOBEK geen eigen kunstwerktype. Channel Builder schematiseert ze daarom in de vorm van Flow – Orifices. Dit betekent dat ze een openingshoogte moeten hebben. De volgende parameters worden gevalideerd:

  • Drempelhoogte
  • Drempelbreedte
  • Maximum openingshoogte (sluizen worden gesimuleerd via orifices)
  • Aantal sluisdeuren
ParameterCheckNiveauVervangings-
waarde
Aftrek
rapportcijfer
Drempel
hoogte
nodatacriticalStreefpeil – 1,
anders bodem-
hoogte uit tak.
-5
Drempel-
hoogte
=0dubiousStreefpeil – 1,
anders bodem-
hoogte uit tak.
-2
Drempel
breedte
nodatacriticalDefault door
gebruiker
-5
Drempel
breedte
<=0criticalDefault door
gebruiker
-5
Maximum
hoogte
nodatacritical Default door
gebruiker
-2
Maximum
hoogte
<=0criticalDefault door
gebruiker
-2
#deurennodatacritial1-3
#deuren <=0critical1-3

Trapeziumprofielen

Een trapeziumprofiel kan op talloze manieren worden samengesteld: een combinatie van vier parameters is minimaal vereist. Bijvoorbeeld bodemhoogte, talud, bodembreedte en bovenbreedte, maar ook een combinatie van bodemhoogte, bodembreedte, diepte en waterbreedte, etc. etc.

Afbeelding van een trapeziumprofiel met alle aspecten waaruit het kan worden opgesteld.

De eerste validatieroutine bij het opstellen van trapeziumprofielen kijkt daarom of het minimum aantal benodigde parameters bekend is en of aan de bijbehorende voorwaarden wordt voldaan. Er zijn zes valide combinaties met vier parameters:

  • maaiveldhoogte, bovenbreedte, talud en bodemhoogte mits maaiveldhoogte > bodemhoogte
  • waterhoogte, waterbreedte, bodemhoogte en bodembreedte mits waterhoogte > bodemhoogte
  • maaiveldhoogte, bovenbreedte, bodemhooogte en bodembreedte mits maaiveldhoogte > bodemhoogte
  • maaiveldhoogte, bovenbreedte, talud en bodembreedte mits bovenbreedte > bodembreedte
  • maaiveldhoogte, bodemhoogte, bodembreedte en talud mits maaiveldhoogte > bodemhoogte
  • bovenbreedte, bodemhoogte, bodembreedte en talud mits bovenbreedte > bodembreedte

Als geen van de bovengenoemde combinaties van parameterwaarden beschikbaar is, is het wellicht nog mogelijk om een profiel op te stellen op basis van een combinatie van vijf, iets minder gebruikelijke, parameters:

  • bodemhoogte, bodembreedte en maaiveldhoogte mits maaiveldhoogte > bodemhoogte. Indien daarmaast waterhoogte en waterbreedte bekend zijn kan het talud worden bepaald en alsnog het profiel worden afgeleid. Dit geldt ook wanneer waterdiepte en waterbreedte bekend zijn.
  • bodemhoogte, bodembreedte en bovenbreedte, mits bovenbreedte > bodembreedte. Indien daarnaast waterbreedte en waterhoogte bekend zijn, kan het talud worden bepaald en alsnog het profiel worden afgeleid. Dit geldt ook wanneer de waterdiepte en waterbreedte bekend zijn.
  • bodemhoogte, maaiveldhoogte en maaiveldbreedte, mits maaiveldhoogte > bodemhoogte. Indien daarnaast waterbreedte en waterhoogte bekend zijn, kan het taldu worden bepaald en alsnog het profiel worden afgeleid. Dit geldt ook wanneer waterbreedte en waterdiepte bekend zijn.
  • bodembreedte, maaiveldhoogte en bovenbreedte. Indien daarnaast waterbreedte en waterhoogte bekend zijn kan het talud worden bepaald en alsnog het profiel worden afgeleid. Dit geldt ook wanneer waterhoogte en waterdiepte bekend zijn.

YZ-profielen op basis van XYZ-data

In Channel Builder is het mogelijk om YZ-profielen op te stellen op basis van diverse formats van invoergegevens. Een daarvan is op basis van XYZ-coördinaten.

Vanaf versie 1.71 controleert Channel Builder de volgende zaken:

  • of de breedte van het gegenereerde dwarsprofiel niet te groot is t.o.v. de hemelsbrede afstand tussen start en eind van het profiel;
  • of het profiel wel uit voldoende punten bestaat;
  • of het volgnummer van ieder profielpunt wel uniek is.
  • of er geen twee profielpunten op dezelfde locatie liggen.
  • of het laagste punt niet op een uiteinde van het profiel ligt.

Als de profielbreedte groter is dan de hemelsbrede afstand tussen start- en eindpunt, kan dat twee oorzaken hebben:

  1. De profielpunten liggen niet op een rechte lijn
  2. De opgegeven puntvolgorde klopt niet

In de validatieshapefile ProfilesVerdict.shp schrijft Channel Builder de profielpunten weg, plus rapportcijfer met toelichting voor ieder profiel.

Een afgekeurd dwarsprofiel. De punten liggen wel netjes op een rechte lijn, maar doordat de puntvolgorde verkeerd was opgegeven viel het profiel 80% breder uit dan de hemelsbrede afstand tussen beide oevers.

Channel Builder hanteert de volgende regels voor puntenaftrek van het rapportcijfer in ProfilesVerdict.shp:

  • Lengte profiel < 1.01 * hemelsbreed: 0 punten aftrek
  • Lengte profiel < 1.1 * hemelsbreed: 1 punt aftrek
  • Lengte profiel < 1.2 * hemelsbreed: 3 punten aftrek
  • Lengte profiel < 1.3 * hemelsbreed: 5 punten aftrek
  • Lengte profiel < 1.4 * hemelsbreed: 7 punten aftrek
  • Anders: 10 punten aftrek

Bij de validatie op een voldoende aantal profielpunten hanteert Channel Builder de volgende regels voor puntenaftrek:

  • 3 profielpunten: 5 punten aftrek
  • 4 profielpunten: 4 punten aftrek
  • 5 profielpunten: 3 punten aftrek
  • 6 profielpunten: 2 punten aftrek
  • 7 profielpunten: 1 punt aftrek

Wanneer Channel Builder een profiel tegenkomt met één of meerdere profielpunten die geen uniek volgnummer hebben worden 4 punten afgetrokken. En tot slot: wanneer een profiel wordt gevonden waarvan twee of meer profielpunten exact op elkaar liggen, volgt 2 punten aftrek.

Een profiel waarvan het laagste punt op een van de uiteinden ligt krijgt 5 punten aftrek.

Takken aan elkaar koppelen.

In Channel Builder is het mogelijk om takken automatisch aan elkaar te koppelen wanneer de uiteinden ervan binnen een bepaalde afstand van elkaar liggen. Deze afstand is door de gebruiker op te geven in het programma onder Settings.

Instellingen voor het aan elkaar koppelen van takken.

Channel Builder publiceert het resultaat van dit ‘snapping’-proces naar de Logfile.xlsx, tabblad “SnappedReachNodes”. Hierin staat ook de afstand waarover knopen moesten worden verplaatst om ze te kunnen koppelen aan de buurtak.

Logfile met informatie over het koppelen van de uiteinden van takken.

Dezelfde ‘snapping distance’ wordt gehanteerd om de uiteinden van takken te kunnen koppelen aan doorlopende takken. De onderstaande animatie toont dit proces.

Werkwijze bij het aankoppelen van een zijwatergang aan een doorlopende tak indien het uiteinde binnen snapping distance van de doorlopende tak ligt.

Ook over dit proces wordt informatie naar de Logfile.xlsx geschreven, te weten op het tabblad “Node on Reach snapping”.

Logfile met informatie over het koppelen van takeinden aan doorlopende takken.

Dode takken verwijderen

Channel Builder kan automatisch doodlopende korte takken (dor hout) verwijderen. Vaak zijn zulke takjes een restproduct van het ‘snapping’-proces zoals hierboven beschreven. De voorwaarden voor een tak om te voldoen aan het criterium ‘dor hout’ zijn:

  • De tak loopt dood, dus is aan slechts één zijde verbonden met de rest van het netwerk.
  • De tak bevat geen aan- of afvoer van water. Dus geen laterale instromingen of RR-koppelpunten.
  • De tak heeft geen boundary-knoop aan het uiteinde.
  • De tak is korter dan de door de gebruiker opgegeven maximumlengte. Deze instelling is terug te vinden onder Settings.
Selectiecriterium voor dode takken die in aanmerking komen voor verwijdering.

In de Logfile.xlsx, tabblad “Dead Branches Removed” wordt beschreven welke takken door Channel Builder werden verwijderd.

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.